(En hoe wijsheid tot je kan spreken)
Klem
Tien dagen een klooster in. Jarenlang een heimelijke, de laatste jaren vaak uitgesproken wens. Een leraar zei ooit; je zit goed als je leervraag een mix is tussen hoop en vrees. Check op hoop; hoe heerlijk zou het zijn de stilte en rust in mezelf te ervaren? Heerlijk. Check op vrees: Tien dagen tussen de monniken zitten, stilzijn, ’s nachts alleen janken in je bed, dagelijks een wandelingetje rond het klooster, met gebogen hoofd op een hard stoeltje zonder contact een eenvoudig doch voedzame maaltijd naar binnen werken. Doodeng.
Begin dit jaar stond ik ongeveer op springen. Werk niet lekker, relatie niet lekker, leven niet lekker. Dit gevoel: om je borstkas brede, supersterke elastieken band die het ademhalen belemmert. Ongezond, benauwd en eng. Ik voelde; er moest iets gebeuren en er ging iets gebeuren. Ik zat klem, vast in een tunnel. Wel wat licht zien maar er niet uit kunnen, dat. Verstikkend en precies wat ik nodig had om geïnteresseerd te raken in de vraag: waarom zit ik klem? Te ontdekken waarom mijn strategie om eruit te komen niet werkte.
Als een stuk touw hopeloos in de knoop zit, ontwar je het niet door eraan te gaan lopen rukken
Het werkt ook niet als je steeds een beetje peutert en het touw weer wegstopt omdat je het gepeuter zat bent. Verwonderd kijken hoe de knoop in elkaar zit, volle aandacht, tijd nemen en ontspannen doorpeuteren geeft meer kans op succes. Toen ik de knoop in mijn relatie herkende was daar het begin van de verandering. Gefrustreerd en verwonderd tegelijk zag ik hoe ik hetzelfde nare gedrag begon te vertonen als in het einde van de relatie met de vader van mijn kinderen. Ik vond mezelf niet meer leuk. Heel raar als je weet dat je geen bitch bent maar je er ondertussen wel naar gedraagt. En toen kreeg ik opeens gereedschap aangereikt. In de vorm van een woord dat opeens te pas en te onpas door mijn hoofd begon te zoemen. Geen idee waar het vandaan kwam:
Co-depenency
Het woord bleef zeuren terwijl ik met de knoop worstelde. Okay, okay, dacht ik, ik google je wel even. En daar was de sleutel voor de ontknoping. In my face. Ik begreep gelijk dat met vier handen aan de knoop peuteren niet zou gaan werken. Dit moest ik alleen klaren. Met een bol in de knoop kan je geen trui breien. Ik besloot het ontwarren van de knoop, belangrijker te maken dan mijn relatie en wat voor relatie dan ook. De tijd te nemen om de boel te ontwarren en daarvoor knipte ik de draad van mijn relatie los. Een break van 3 maanden; verscheurend en bevrijdend tegelijk. Drie maanden stilte en de ruimte om bij mezelf te kunnen komen. Te herijken. Ik wilde het lot maar al te graag nog een handje helpen, dus zette de moedige stap me in te schrijven voor de Vipanassa. Ik zou bij de club gaan horen die deze uitdaging had getrotseerd. Maar het leven had een ander plan: op 10 maart kondigde Mark Rutte de Nederlandse Lockdown aan en kregen een heleboel medelanders een verplichte gratis retraite. Een retraite kado! Hoe mooi wil je het hebben? Zo’n kans krijg je in dit leven niet weer. Er zat niet anders op dan het met beide handen aan te grijpen dus. Eigenlijk viel er in mijn geval ook niet veel te kiezen. Zo werd de stilte die ik zelf al had ingezet versterkt door de Lockdown. Geen werk, geen relatie, maar de volle gelegenheid om erachter te komen hoe het is om met mij te zijn. Ik moet zeggen, het was wennen, zoeken. Als een hond die eerst een paar onrustige rondjes in zijn mand draait voor ie gaat liggen. Daar zat ik dan achter het glas, met naast me een grote bol – in de knoop.
Al vanaf mijn pubertijd schrijf ik af en aan wat en laat ik gedachteloos de inkt uit mijn pen lopen. Een paar weken geleden liet een vriend zijn pretentieloze schilderwerk zien. Zo werd ik benieuwd naar mijn eigen schrijfsels en scharrelde overal in huis uit laatjes, kastjes, vensterbanken, de boekjes vandaan waarin ik weinig geordend en onregelmatig geschreven heb. Een stapel op mijn bed. Een kluwen met eindeloze krabbels waar de thema’s relatie, rust, onrust en werk en bestemming de boventoon voeren. In een boekje trof me deze tekst die zomaar uit mijn pen vloeide op een stil moment in de ochtend op Vlieland van 29 juli 2015:
Binnen, diep daaronder,
stroomt jouw water,
jouw bron.
Boordevol liefde, boordevol wijsheid.
Eeuwen al stroomde het
verdampte het.
Viel het opnieuw neer
in de schoot van jouw aarde.
Kniel neer,
kniel neer bij die bron
Drink stil –
met gesloten ogen.
Laat je rivieren volstromen,
zich vullen
met jouw eigen liefde.
Als je daarna opstaat,
de wereld tegemoet,
weet je dan gevuld.
Dat dat genoeg is.
Wees zorgvuldig
wanneer je voeding zoekt.
Onderscheid een gift
van gif.
Weersta.
Leer je te voeden
met wat jouw liefde dient.
Ga en keer altijd terug
Wees één met de bron.
De wijsheid spreekt pas als ik stil ben
Ik weet nog precies waar ik zat toen ik het schreef; in een oranje regisseurs stoeltje achter het plasticen raampje van het tenthuisje in de duinen van Vlieland. Toen de inkt op hield te vloeien, las ik wat ik geschreven had. Ik was verbaasd en ontroerd. Het voelde alsof mijn hand was geleid, ik dit niet zelf had kunnen schrijven. Nu weet ik dat het de wijsheid in mijzelf was, die eindelijk even kon spreken omdat ik stil was. Op dat stille moment in 2015 herlas ik de tekst een paar keer. Er staat helder beschreven wat ik te doen had.
De realiteit was dat mijn leven zich in tumultueuze fase bevond. Ik probeerde wanhopig het co-ouderschap met de vader van mijn jongens vorm te geven. Maar de banden van de relatie en mijn gezin losweken leek meer op het uitbarsten van een woeste vulkaan. Het sprankelende bedrijf dat we vanaf 2008 hadden uitgebouwd stond op instorten; 11 mensen, inclusief mijzelf op straat. Weg identiteit als succesvol ondernemer. En ondertussen, midden in mijn hunkering naar liefde en bevestiging zat ik een kersverse relatie vol twijfel. Ik wilde zo graag liefde, maar twijfel staat niet op vriendschappelijke voet met liefde. Als ik nu mijn agenda terugsla en zie wat er toen allemaal speelde krijg ik een acute paniekaanval. Ik was wanhopig aan het werk om te zorgen dat ik de waarde toegekend kreeg die ik mezelf niet kon geven. Mijn eigen wijze meester had zich in mijn schrijven kenbaar gemaakt, maar de leerling was er nog niet klaar voor. Die moest kennelijk nog een paar jaar rondrennen in haar cirkeltjes voor ze bij haar bron kon knielen. De frustratie moest eerst tot een hoogtepunt gebracht worden voor de les geleerd kon worden.
Nu zit ik hier, in een gouden crisis – en het universum helpt een handje. In kan in rust en met volle aandacht de kluwen te ontwarren en mezelf daardoor ontwikkelen. Ik beoefen de levenskunst – het binnenste komt buiten. Ik laat de bron stromen – dat werkt als medicijn. De vraag die ik mezelf nu gesteld heb, is of ik mijn binnenste ook in de wereld durf te zetten. We hebben in deze volle wereld zo de neiging om te wedijveren, waardering te willen, het goed te willen doen, goed te willen zijn, gezien te worden, en dat remt. Het is tijd om mijn kleur te bekennen. Om te schrijven alsof niemand het ooit leest. Om het risico te nemen om voor schut te staan, om voor gek te worden verklaard. Als student van de levensuniversiteit ga ik een graad halen in radicale zelfaanvaarding, dus: hier ben ik! De uitdaging voor nu is, om pretentieloos mijn schrijven te publiceren. Gewoon omdat ik over de worsteling met de levenskunst wil delen. En hier blijft het niet bij. Volgende keer publiceer ik over een ontwrichtende storm.
En nu loop ik naar buiten met mezelf – met wie ik goede vrienden aan het worden ben – en ga me louteren me aan de bloesemende natuur.