Vandaag ging ik samen met mijn man naar een lezing van Joke Hermsen in het kerkje in Beetsterzwaag. We betaalden tien euro, bezetten met onze jassen een plekje op een van de kerkbanken achterin en liepen op aanwijzing van de gastheer naar voren. Daar kregen we een kop koffie. Toen ik de vriendelijke koffieschenker vroeg waar de spreekster vanmiddag haar verhaal zou houden wees hij naar de microfoon achter een houten tafel met daarop een houten katheder. Jammer, dacht ik, dat wordt weer nekpijn van het tussen en langs heel veel hoofden vóór me kijken. In mijn onschuld opperde ik dat de preekstoel toch een betere plek was? Die was immers niet voor niks zo hoog geplaatst? Een boze blik en een verontwaardigd snuiven van de schenker was het antwoord. Vergoelijkend legde ik uit dat ik niet perse de preekstoel had bedoeld maar meer algemeen een wat hogere plek, zodat de spreekster voor iedereen zichtbaar zou zijn. Dat was toch eigenlijk best wel logisch gedacht? Achter de fronsende koffieschenker knikte een vrouw me geruststellend bevestigend toe. De schenker zweeg en wendde zich tot een andere gast. Met de hete koffie in de slappe plastic kop in mijn hand droop ik af naar mijn plek.
Schone lei
De kerk liep vol. Ik keek naar de preekstoel en realiseerde me hoezeer de mate van belang hechten aan iets onze kijk en onze houding bepaalt. Voor mij was de preekstoel zonder betekenis en lading. Ik had het gevoel dat de schenker mij in de gaten hield. Mevrouw Hermsen arriveerde twee minuten voor aanvangstijd. Net op tijd. Natuurlijk. Tijd is haar onderwerp. Tijd en ruimte. Stil de tijd. Chronos en Kairos. Kloktijd en ervaringstijd. Ik verheugde me op haar lezing en het aansluitende bezoek aan de expositie met gedichten en beeldende kunst. Joke was gevraagd in het kader van deze tentoonstelling: Skjin Laai/Tabula Rasa. Een schone lei (in het Fries). Onbeschreven blad. Oorsprong.
Durven dwalen
Opnieuw beginnen. Dat is iets waar ik zelf regelmatig zuchtend naar verlang. Als ik een nieuw document open om iets te gaan schrijven ligt de leegte uitnodigend voor me open. Haha, dat zou ik willen. In plaats van uitnodigend is het veel vaker intimiderend. Want in een leegte doet ieder woord dat erin verschijnt ertoe. Omdat het de leegte vult en daarmee zo aanwezig is. Vorm in leegte eist de aandacht op. Het moet dan wel Het Juiste Woord zijn. Onmogelijke eisen aan mezelf. Beter om de witte leegte leeg en wit laten, omdat het een ruimte biedt om in te dwalen. Er binnen durven gaan, op verkenning gaan, mijmeren over mogelijkheden.
Verschijnen en verdwijnen
Op de heenweg hadden wolkenpartijen door het uitspansel gejaagd. Boven ons is het leeg. Een lege ruimte voor wolken om in te ontstaan, opgejaagd te worden en uit elkaar gedreven, van vorm en dichtheid veranderend en weer oplossend. Telkens kom ik uit op dit soort gedachten over leegte en tijdelijke vorm, het verschijnen en verdwijnen, de tijdelijkheid van dingen. Van ons. Van mij.
Onder die gigantische wolkenpartijen vol wit en grauwe grijzen reden wij op de snelweg. Hagelbui, regenboog en sluiers neerslag in de verte. Nat glimmend wegdek als de zon doorkwam. Een plens verblindend zonlicht. Schaduwen. Immer voortgaande verandering.
Pups en as
Halverwege stopten we voor een kort bezoek aan familie. Er was een nest jonge hondjes, tien pups lagen slapend op een kluitje onder de rood gloeiende warmtelamp. Moederhond lag onder de tafel. Tien tepels heeft ze. Voor iedere pup een. In één week tijd waren ze verdubbeld in gewicht. Een week! Terwijl we koffie dronken met een pup op schoot, praatten we over de huidige mogelijkheden om as van een overledene te verwerken in een sieraad of een tatoeage. Wie zou dat willen, as van een ander vermengd met inkt in je eigen lichaam? Uit angst om iemand te vergeten? Als eerbetoon aan de dode? Hoe lang wil je een overledene fysiek bij je houden? Ik ken een vrouw die haar zoon van vijftien verloor na een lang ziekbed en die hem op zijn sterfbed heeft bezworen hem niet in de steek te zullen laten maar hem iedere dag op het kerkhof te komen opzoeken. Nu, elf jaar later, is ze gescheiden van haar man. Hij kon er niet meer tegen dat ze nooit een dagje weg konden op of vakantie gingen. Zij was niet in staat om haar belofte aan hun zoon te verbreken. Zij had zichzelf gebonden aan een eed.
Ik aaide het warme diertje onder mijn handen. Voor het bij de moeder houden van pups staat een bepaald aantal weken. Dan mogen ze gescheiden worden en het huis uit naar hun nieuwe baasje. Deze tien hebben allemaal al een nieuwe eigenaar. Iemand heeft dat ooit bedacht, dat je pups na zoveel tijd mag weghalen bij de moeder en er geld voor krijgt. Van wie zijn die pups eigenlijk? Wie heeft ze gemaakt? Kun je een levend wezen kopen?
Een hele kunst
In de kerk improviseerde Joke Hermsen een indrukwekkende lezing over het belang van mijmertijd en kunst. Het belang van creativiteit als tegenwicht voor de melancholie die we allemaal kennen. Melancholie, die zo makkelijk overgaat in depressie. Melancholie is enerzijds het missen van wat ooit was en het terug verlangen daarnaar. Anderzijds is er het weten, het bewust zijn van de eindigheid van alles. Alleen wij mensen hebben dat bewustzijn. Hoe houden wij de balans en blijven wij in evenwicht? Een hele kunst.
Creëren, kunst maken en er van genieten kan ons hierbij helpen. En mijmeren met een pup op schoot, onderweg zijn onder woeste wolkenpartijen, in de regen lopen en een regenboog zien, de as van je overleden kind in een tatoeage op je schouder meedragen, een zondagmiddag in de kerk doorbrengen, gedichten lezen over schone lei en ruimte, dwalen in een wit vel, kijken naar invallende schemer, een moederhond met aan elke van haar tien tepels een pup, trouw blijven en ons vasthouden aan een gedane gelofte, inkttekeningen van horizonten, een dagelijkse gang naar een graf, koffie drinken bij de pomp, tanken, betekenis en waarde toekennen aan een voorwerp of een gedachte.
Het verhaal maakt mij
Alles hangt met alles samen. Tenminste, als ik het zié. Zodra ik verbind, maak ik een verhaal.
En het verhaal maakt mij.